Games bieden kansen voor het basisonderwijs. Met gamen werken basisschoolleerlingen aan belangrijke 21e-eeuwse vaardigheden zoals computational thinking, ict-vaardigheden, mediawijsheid en informatievaardigheden. Daarnaast dragen games ook bij aan de ontwikkeling van de motoriek, taalvaardigheid en in de communicatie met anderen.
Moet je als leerkracht games
dan ook nog eens in de klas inzetten?
Gamen is een aansprekende manier van leren, die dicht bij de belevingswereld van leerlingen staat. Uit onderzoek van NJI blijkt dat in 2017 zo’n 35 procent van de basisschoolleerlingen gamede. Videogames zijn dus niet meer weg te denken uit het dagelijks leven van kinderen. Volgens onderzoek van Kennisnet, een publieke ict-organisatie voor het onderwijs, speelt een kwart van de 10- tot 18-jarigen dagelijks games. Al is er wel een duidelijk verschil tussen jongens (40 procent) en meisjes (9 procent).
Spel is immers de basis voor peuter- en kleuteronderwijs. En ook op oudere leeftijd biedt spelenderwijs leren veel kansen. Games maken abstracte doelen concreet. De motiverende kracht van games draagt er bovendien aan bij dat leerlingen continu worden uitgedaagd: ze willen een niveau verder komen en steeds méér leren. De competitie tegen anderen of juist het samenwerken in groepsverband in multi player spellen stimuleert om doelen te behalen en zichzelf te blijven verbeteren.
Ondertussen zijn er natuurlijk ook de negatieve geluiden over gamen. ‘Gewelddadige games zijn slecht voor de jeugd’ of: ‘Kinderen kijken te veel per dag naar een scherm’. Je hoort wellicht van ouders dat ze vinden dat hun kinderen te vaak alleen op hun kamer zitten te gamen en minder naar buiten gaan. Dat maakt het voor jou als leerkracht wellicht lastig om games in de klas in te zetten.
In deze publicatie ontdek je daarom de positieve effecten van games.
We laten zien welke kansen games bieden voor het basisonderwijs.
En hoe jij het onderwerp met je leerlingen en hun ouders kunt bespreken.
Zodat jouw leerlingen de kansen benutten die games bieden!
Games zijn veel in het nieuws. Positief én negatief. Ouders lezen in de media over gameverslaving en de invloed van games op gewelddadig gedrag. Ze maken zich zorgen. En staan misschien niet te springen als je als leerkracht games in de klas introduceert. Thuis spelen de leerlingen immers al genoeg, is de gedachte. Nog meer schermtijd erbij op school, is dat nou nodig? Wat leren ze dan van die videospelletjes? Raken ze niet verslaafd, worden ze niet gewelddadig? Allemaal (terechte) vragen die je als leerkracht van ouders kunt verwachten, wanneer je games in de klas introduceert. Terwijl leerlingen van het spelen van games vooral veel leren. Zowel 21e-eeuwse vaardigheden als digitale vaardigheden en probleemoplossend vermogen.
De risico’s in beeld
Eén van de belangrijkste nadelen van gamen: de schermtijd. Een hot issue bij ouders en opvoeders. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) moeten kinderen niet te lang naar een beeldscherm kijken. Zij adviseren begin 2019 voor kinderen onder de 5 jaar niet meer dan een uur per dag schermtijd. In 2017 kwamen oogartsen in Nederland al met de 20-20-2 richtlijn. 20 minuten op een scherm, 20 seconden ver weg kijken en dan 2 uur naar buiten.
Over buitenspelen gesproken: in 2018 speelde 15 procent van de kinderen nooit buiten. Kinderen die niet of niet vaak buiten spelen, doen liever binnen games onderzocht Jantje Beton. Andere nadelen die gekoppeld worden aan games zijn de slaapproblemen waar steeds meer jonge kinderen mee kampen. Of de agressie en verslaving de games zouden opwekken.
Toch zijn er geen bewijzen voor deze nadelen. Sterker nog: kinderen die in een normale omgeving opgroeien worden niet agressiever door gewelddadige games volgens onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam. En de ICD-11, de International Classification of Diseases, geeft aan dat speeltijd geen factor is in gameverslaving.
Focus op de voordelen
Onderzoek wijst wel uit dat er net zoveel – of misschien zelfs wel meer – voordelen zijn aan gamen. Zo kunnen games de hand-oogcoördinatie verbeteren. Ook werken leerlingen aan hun taalvaardigheden. Zo zijn er diverse spellen die erop gericht zijn om het taalgebruik te bevorderen. En door een Engelstalige game te spelen, leren kinderen nieuwe woorden en begrippen. Spelen ze een multi player game met spelers van over de hele wereld? Dan is Engels vaak de voertaal om met elkaar strategieën te bespreken. Overigens leren ze op deze manier ook met anderen samen te werken en bouwen ze een band op met elkaar. Uit onderzoek is gebleken dat als jongeren met vrienden een (online) game spelen, dit hun relatie net zoveel versterkt als wanneer ze ‘in het echt’ samen spelen of activiteiten ondernemen.
Daarnaast kan het verhaal in een game net zo veel effect op de speler hebben als een verhaal in een boek. Zo zijn er voor jonge kinderen genoeg avonturen in videogames te vinden. Een van die voorbeelden is het bij kinderen bekende ‘Paw Patrol’. Deze game gaat over een reddingsteam bestaande uit zeven heldhaftige puppy's. Minecraft heeft een spannend verhaal. En met LEGO Games kunnen spelers hun eigen favoriete kinderfilm naspelen in LEGO Harry Potter of LEGO The Incredibles.
En de verhalende kracht van games draagt er bovendien aan bij dat leerlingen continu worden uitgedaagd: ze willen een niveau verder komen en steeds meer leren. Een goed ontworpen game is een mooie vorm van actief leren: de speler moet een leerdoel bereiken, er is sprake van competitie (tegen een ander, de computer of zichzelf), er zijn regels en hindernissen die de speler uitdagen en de speler krijgt directe feedback – iets lukt of niet. Dat laatste maakt dat games een grote aantrekkingskracht hebben op leerlingen als leermiddel. Ze weten precies wat ze leren en waarom.
Alle reden dus om games in te zetten in het onderwijs!
Games in het onderwijs zijn geen zoethoudertje, maar dragen bij aan de ontwikkeling - juist omdat de leerkracht het initieert. Een breed didactisch repertoire (waar games ook een onderdeel van kunnen zijn), blijkt bij leerlingen voor een hogere motivatie en betere leerprestaties te zorgen. Zo werk je samen met je klas aan 21e-eeuwse vaardigheden.
Games lenen zich het best voor leerdoelen waarbij zelf ervaren belangrijk is. Als het er om gaat iets te begrijpen, om vaardigheden te leren, als het gaat om attitudes. Voor kennisdoeleinden zijn ze minder efficiënt. Een game als Civilization bijvoorbeeld kun je beter gebruiken voor het begrijpen van historische processen dan voor het leren van jaartallen. (Mediawijzer.net)
Deze kwaliteiten worden door games bij jongere spelers (4 tot 16 jaar) versterkt:
Gamification
De laatste jaren is ‘gamification’ een term die steeds vaker wordt gehoord in de onderwijswereld. “Gamification is the use of game design elements in non-game contexts.”(Deterding e.a., 2011) Gamification gaat om het inzetten van spelelementen in een andere context .
Gamification gaat dus niet over het integreren van games in het onderwijs. Het betreft het integreren van spelelementen in het onderwijs. Een simpel voorbeeld is het krijgen van een sticker als je een opdracht goed hebt gemaakt. Een beloning. Net als in games waar je vaak een beloning krijgt bij het succesvol afronden van een level of opdracht. De integratie van spelelementen heeft ook betrekking op de didactische aanpak van je lessen. Denk aan de indeling van je lessen, de opdrachten die worden gegeven en de manier waarop wordt beoordeeld. Simpel gesteld betekent dit dat je op een andere manier les zult moeten geven. Zelf ervaren staat centraal bij het bereiken van het leerdoel.
video:
If books came after games
Serious gaming
Een ander veelgebruikt begrip wanneer het over onderwijs en gamen gaat is serious gaming’. Dit wordt in de literatuur omschreven als: “a careful and considered application of game thinking to solve problems and encouraging learning and using all the elements of games that are appropiate.” (Kapp, 2012).Het gaat bij serious gaming dus om het doelgericht aanleren van kennis en vaardigheden door het gebruiken van games. Het lijkt erg op gamification, maar het grote verschil is dat het bij serious gaming gaat om het gebruiken van complete games of spellen in een online omgeving om leerdoelen te bereiken. Gamification gaat over het integreren van spelelementen in een offline omgeving(bijvoorbeeld het klaslokaal).
Met gamen werk je aan de volgende leerdoelen:
• reflexen
• Engels
• samenwerken en communiceren
• ruimtelijk inzicht
• creativiteit
• actief/ervaringsgericht leren
Games kun je op verschillende manieren een rol geven in het onderwijs. Door alleen al het gesprek aan te gaan met je leerlingen over hun favoriete game, verplaats je je als leerkracht in de belevingswereld van jouw klas. En ontdek je welke toegevoegde waarde games kunnen hebben in je lessen.
Gamen vervangt klassikaal leren uiteraard niet, maar maakt deel uit van een bredere didactische aanpak. Verschillende leerlingen leren op verschillende manieren. Voor sommigen is leren middels videogames een fijne methode.
Hoe begin je?
Denk eerst na over welke rol je games wilt geven in de klas. Wil je de leerlingen de ruimte geven om echt te spelen of wil je het er alleen over hebben met jouw klas? Zorg dat dit vooraf duidelijk is, zodat je dit ook goed naar je leerlingen kunt uitdragen. Wanneer je wilt gamen in de klas, is het van belang om je vooraf te verdiepen in gamen en in de specifieke games die je in de les wilt gebruiken. Ben je al bekend met PEGI, de kijkwijzer voor videogames? Hiermee krijg je een indruk van de inhoud van een game. Ontdek ook de terminologie die hoort bij games. Onderzoek verder wat een game kan om jouw lespraktijk te ondersteunen: hoe versterkt de game jouw les? Dat kan door beeldvorming of misschien juist door verdieping op een bepaald thema.
Serious Gaming Lemniscaat Model
Maak gebruik van van het Serious Gaming Lemniscaat Model (SGLM), die is gebaseerd de leercircel van Kolb. Zo kun je vooaf bepalen wat je met het inzetten van een game wil bereiken.
Serious Gaming Lemniscaat Model (SGLM) (Koops, M. 2017)
Is het spel bijvoorbeeld bedoeld om kennis aan te leren of juist te testen? Begin je de les met een spel of is er eerst activatie van voorkennis nodig? Vragen waarover je als leerkracht zult moeten nadenken.
Bedenk dus altijd eerst:
(Bron: Mediawijzer.net)
Partners
Zoek binnen en buiten jouw school partners op dit onderwerp. Heeft de ICT-coördinator op school tips? Of informeer eens bij de bibliotheek: de bibliotheekprofessional heeft basiskennis over het aanbod, dus ook over videogames die er uitgeleend worden. Of vraag voor jou en je collega’s een lezing aan bij Gamen in Balans. Spelen er op jouw school rondom dit thema meer zorgelijke vraagstukken? Dan kunnen GGZ of het Trimbos-instituut je verder helpen.
Hoe breng je games in de klas, zonder daadwerkelijk te gaan gamen?
Aan de slag met games in de klas!
Betrek ouders bij gamen in de klas
Wanneer je met gamen in de klas aan de slag gaat, is het slim om ouders daarbij te betrekken. Neem ze mee in jouw overwegingen om games te gebruiken in het onderwijs. Zeker wanneer je met leerlingen samen een digitaal spel gaat spelen. Neem op voorhand de bezwaren weg, en geef ouders zeker ook de ruimte om er vragen over te stellen. Omdat het een thema is dat bij veel ouders leeft, kun je er ook een ouderavond aan wijden. Zorg dat er vooraf goede (open) vragen zijn voorbereid en sta open voor discussie. Wellicht kun je wat spelelementen aan de avond toevoegen, door middel van bijvoorbeeld Kahoot!
Tips om gamegedrag met ouders te bespreken
Battle Royale:
Een groot aantal spelers begint in hetzelfde speelveld, waar slechts één iemand (of team) kan winnen. Het speelveld wordt steeds kleiner naarmate de wedstrijd vordert.
Camping/Campen:
Je ergens verstoppen zonder actief deel te nemen aan het spel. Wordt vaak niet gewaardeerd.
Console
De “machine” waarmee je gamet. Dit is bijvoorbeeld een Playstation 4 of een Nintendo Switch.
Co Op:
Je speelt met elkaar en niet tegen elkaar. Afkorting van Coöperatief.
DLC:
Downloadable Content. Extra’s die je na aankoop van de game nog extra kunt kopen. Dit kunnen bijvoorbeeld dansjes zijn in Fortnite, of extra levels, kostuums of wapens.
Esports:
Competitiesport in videogames. Vaak zijn dit populaire games als League of Legends, Overwatch of Tekken 7.
FPS:
First Person Shooter. Een “schietspel” waarbij je kijkt vanuit het perspectief van je personage. Denk bijvoorbeeld aan Call of Duty.
Free-to-play:
Een game die gratis gedownload en gespeeld kan worden. Vaak zitten hier wel betaalde extra’s aan vast, dus let goed op!
In App Purchases (IAP)
Games die bijna onspeelbaar worden door de nadruk op microtransactions en de vele advertenties worden vaak Pay-to-win genoemd.
Indie:
Afkorting van Independent. Een vaak kleine game, gemaakt door een klein team, zonder een grote gamestudio.
Lag:
Je game begint te haperen of achter te lopen op de rest van je team door een slechte online verbinding.
Let’s Play:
Vaak een serie waarin een speler een compleet spel uitspeelt. Meestal niet live. Wordt vaak door elkaar gebruikt met streamen.
Microtransactions:
Sommige games (vooral op je telefoon op tablet) vragen soms om iets te kopen zodat je game sneller verdergaat, bijvoorbeeld energie of bepaalde magische voorwerpen. Als je deze niet koopt, gaat het spel vaak wat langzamer. Worden ook vaak In App Purchases (IAP) genoemd.
MMO:
Massive Multiplay Online. Je speelt online met grote groepen mensen die je wellicht niet kent. Dit is bijvoorbeeld Minecraft of Fortnite.
MOBA:
Massive Online Battle Arena. Een online game waarin je het opneemt tegen een ander team. Denk aan League of Legends of Overwatch.
Multiplayer:
Een game die je met meerdere spelers tegelijk kunt spelen.
Noob:
Iemand die slecht is in een game. Wordt ook soms als n00b geschreven.
PVE:
waarbij je tegen “de computer” speelt.
PVP:
Player Versus Player. Je speelt tegen andere menselijke spelers. De tegenhanger is
Ragequit:
Zó boos worden dat je gelijk stopt.
Remaster:
Een oude game wordt opnieuw gemaakt met hedendaagse technologie, bijvoorbeeld Crash Bandicoot. Wordt soms ook aangeduid als Remake of Reimagining.
RPG:
Role Playing Game. Je speelt één personage, die vaak kan groeien in vaardigheden.
Sandbox:
Een game omgeving waar je vrij kunt creëren wat je wilt. Denk bijvoorbeeld aan Minecraft.
Squad:
Je team.
Streamen:
Het uitzenden van jouw game. Andere mensen kunnen kijken naar hoe jij de game speelt en ervaart.
Teamspeak:
Met een headset met je team praten. Dit kan via Skype, Discord of op andere manieren.
Troll:
Iemand die bewust doet alsof ‘ie heel slecht is in een game, om zijn teamgenoten te irriteren.
VR:
Virtual Reality. Met een Playstation VR of HTC Vive kunnen tegenwoordig ook al games in Virtual Reality worden gespeeld, waardoor je echt in 360 graden volledig in de game zit.
Deze publicatie is een initiatief vanuit het project Vergroten Mediawijsheid dat Cubiss uitvoert in opdracht van de Provincie Noord-Brabant.
Auteurs: Cubiss Brabant
Concept, creatie & techniek: soul.builders - Eindhoven
Mede mogelijk gemaakt door Provincie Noord-Brabant. Versie augustus 2019